De hand telt heel wat verschillende beentjes. Zo zijn er acht polsbeentjes die gecoördineerd over elkaar bewegen, vijf handbeentjes en veertien vingerkootjes. Om de vingers en de pols soepel te laten bewegen zijn dus heel wat gewrichten en spiertjes nodig.
In de handen en polsen komen vaak ontstekingen en artrose voor. Artrose zien we meestal tussen de vingerkootjes en in de pols. Peesontstekingen treden doorgaans op in de spieren van de duim en de spieren rond de pols. Deze ontstekingen resulteren uit een overbelasting, trauma, reuma of door een slechte motoriek. Een vrij gekend voorbeeld hiervan is “De Quervain’s tenosynovitis”. Dit is een peesontsteking van de spieren van de duim (abductor pollicis longus en extensor pollicis brevis).
Bij de ondervraging en het onderzoek worden de verschillende oorzaken onderzocht en een gerichte behandeling wordt toegepast. Ook bij artrose kan verlichting geboden worden door het beweeglijker maken van de gewrichten. Peesontstekingen vragen enkele weken de tijd om te genezen.